In haar 80-jarig bestaan heeft Neptunus al heel wat ‘bijzondere’ wedstrijden gespeeld. Eén van de meest opvallende internationale ontmoetingen was de finale van de Europa Cup I van 1997. Die ging tussen het Italiaanse Danesi Nettuno en Neptunus (toen: Tropicana Neptunus). Nooit zijn er zoveel homeruns in één wedstrijd geslagen (14 stuks) als toen.
De eindronde van het toernooi werd afgewerkt in het Gemeentepark van Brasschaat (België) dat in de verst6e verte niet voldeed aan de internationale normen.
Het veld was rechthoekig van vorm: het linksveld was 85 meter, het midveld 112 meter en het rechtsveld 76 meter. Tegen de eigen regels in hield de Europese Honkbalbond echter voet bij stuk.
Onze huidige perschef Jan van der Sande was toen teammanager van Tropicana Neptunus. Hij maakte de eindronde van dichtbij mee en vatte de gevoelens over de kwaliteit van het veld treffend samen: “Direct na de Technical Meeting vóór het toernooi vroegen enkele mensen van Nettuno: ‘Gaan we dadelijk nog even op het veld kijken, en is dat in de buurt? Ik wees naar buiten en zei dat is het veld. Ze dachten dat ik een geintje maakte.”
Op een veld dat volgens Elton Koeiman, één van de Rotterdamse werpers, “nauwelijks goed genoeg was voor een gemiddelde Nederlandse Little League wedstrijd” stonden twee van de sterkste clubteams van Europa van dat jaar tegenover elkaar.
De beste man uit de rotatie van Neptunus kon na 9 man vertrekken
Hoewel Neptunus nooit echt over de kwaliteit van haar pitchers heeft te klagen, had men de rotatie bij deze finale helemaal op orde. Met werpers als Erik Remmerswaal, Elton Koeiman, Harry Koster, Rob Cordemans en Angelo Stolk was men – zoals dat heet – helemaal klaar voor de Italiaanse tegenstander.
Besloten werd om met Rob Cordemans – toen ook al de beste werper uit de Nederlandse competitie – te beginnen.
Maar wat niemand aan Rotterdamse kant verwachtte: na welgeteld 9 tegenstanders in het slagperk kon hij vertrekken. Zijn cijfers waren 1-2-6. Zeven van zijn tegenstanders wisten te scoren. Het was de homerun van Valerio Mastrantonio, de negende man uit de slagvolgorde, die hem de das om deed. Omdat het slaggeweld van de Italiaanse topploeg niet viel in te dammen, was er ook voor de pitchers die hierna voor Neptunus de heuvel beklommen weinig eer te behalen. Dat waren – na Rob Cordemans – achtereenvolgens: Elton Koeiman, Erik Remmerswaal, Angelo Stolk en Harry Koster.
Voor de Neptunus-aanval zat het venijn in de staart
Na 8 volledige innings leidde Nettuno met 23-14. In de laatste slagbeurt produceerde Neptunus maar liefst 7 honkslagen op rij en scoorde 5 maal. Het was dus toch nog niet voorbij.
Met alle honken bezet en de stand 23-19 kwam Johnny Balentina aan slag. Op 2 wijd en 2 slag raakte hij de volgende pitch vól. De bal ging richting midveld en de hoge backstop die de afscheiding vormde met het softbalveld. De drie honklopers waren al op weg naar de thuisplaat, maar Balentina werd uitgevangen. Daarmee was de wedstrijd voorbij.
Als de bal enkele meters naar links of naar rechts was geslagen, was het (opnieuw) een homerun geweest en zou de stand 23-23 zijn geworden. Nu was Nettuno kampioen en stond Neptunus met lege handen.
Foto: © Duck Foto Press